Daar zit je dan, gestrand in Lissabon omdat met dank aan de uitbarsting van vulkaan Eyjafjallajökull geen vliegverkeer mogelijk is. Wat dan? Componist Simon Whethem ging niet bij de pakken neerzitten en pakte zijn (richt)microfoons op. Hij maakte wandelingen door de stad en nam de urbane geluiden op, plus die van het omliggende platteland. Het maken van veldopnamen doe je best en graag alleen; daarom al is de titel positief bedoeld.
Luisteren door een hoofdtelefoon terwijl je één bent met je omgeving op het moment dat je de opnamen maakt, zorgt tegelijk voor een zekere mate van onthechting van de plek zelf. Je neemt alle geluid op (letterlijk) en bent er zelfs onderdeel van, maar ook afgesloten van de verder hoorbare buitenwereld. Alleen al aan het begin dus ligt er een zekere reductie en abstractie van de realiteit besloten in het werken met veldopnamen. Zonder dat ogenschijnlijke schisma of dilemma echter kom je thuis met weinig bruikbare opnamen, wat die abstrahering dus weer inherent essentieel maakt.
Whethem ziet Never So Alone als een nieuw begin na een periode van emotionele turbulentie. In het lange werk over zeven nummers weet hij kalm mysterie en verfijnde intrige te spinnen rond vaak bijzonder ijle geluiden. Die kun je soms terugbrengen tot een natuurlijke oorsprong, maar vaker lijken contactmicrofoons ongehoorde stedelijke resonanties te hebben opgepikt. In Whethams handen wordt het rumoer van een metropool teruggebracht tot een zenachtige bries over een weiland en vice versa. Zo vangt hij Urbi et Orbi in een wolk van omgevingsgeluiden die langs de lijnen van Jim Haynes, Mendel Kaelen of Chris Watson een zegenrijke zalvende uitwerking heeft; delicaat basaal en monumentaal ruimtelijk. Sven Schlijper
via Kindamuzik