Trek de deur achter je dicht en ga fijn een stukje lopen. Maakt niet uit waarnaartoe. Doelloos in verwondering van wat je tegenkomt. Niet alleen onder je voeten, niet alleen voor je ogen, maar ook en vooral wat je hoort. Vooral ook de geluiden die net onder de oppervlakte van wat je normaliter direct zou oppikken liggen, vallen je opeens wel op. Klanken ook die er misschien altijd al waren, zoals Iain Sinclair schrijft over Londen: de stad onlosmakelijk verbonden met haar geschiedenis, zowel echt als fictief of poëtisch; gedeeld met anderen of puur particulier.
Zo’n wandeling of hollend tochtje is Residual Forms van Monty Adkins dus. Een spel van Fennesz-achtige deunen dat bedwelmt in soft focus en het nabeeld vormt van een veelheid aan indrukken opgedaan in diverse steden. Anders dan in bijvoorbeeld het werk van Chris Watson of op The Eye of the Microphone van BJ Nilsen heb je hier dus niet te maken met specifieke field recordings, maar met psychogeografische compositie.
Adkins gaat vaak ‘s nachts een ommetje maken en het is te horen dat de steden op één oor lagen, want er gebeurt werkelijk nauwelijks tot niets in de twintig minuten durende lichtelijk tergende ambientoefening. Hij heeft met Residual Forms anders dan wanneer hij op pad is wel een doel: de luisteraar de vrijheid bieden op een urban drift mee te deinen. Dat kan. Lukt trouwens prima, aangezien de muziek nergens koers of richting biedt, dommel je snel in een halfslaap die alle kanten op kan gaan. Gelukkig is die toehoorder ook vrij om op de stopknop te drukken en wat zinnigs te doen met de tijd. Even een frisse neus halen bijvoorbeeld en luisteren naar de stad; ook fijn.
via Kinda Muzik