Alsof je het galmende instrument van een trap laat kukelen. Alsof je de naakte klank daarvan buitelend kwinkelerend met een onvast vibrato componeert – trede voor trede – alsof de gamelan met een bruuske schop de hemelen uitgeknikkerd wordt. Alsof een bewust onscherpe foto daarvan liefdevol realistisch geschilderd is op doek door een pietje precies… Met de honderdste release van het label Crónica wekt Arturas BumÅ¡teinas een veelheid aan indrukken en suggesties op, niet in de laatste plaats aan Marcel Duchamp en Gerhard Richter.
De Litouwse componist Arturas BumÅ¡teinas verrast al geruime tijd met intrigerend open werken waarin naakte klanksensaties en verkenningen van timbre en textuur centraal geplaatst worden. Voor Gamelan Descending a Staircase put BumÅ¡teinas inspiratie uit Duchamps doek uit 1912, waarin een naakt van de trap komt lopen; langzaam lijkt het, bedachtzaam – een fragment bovendien, een deconstructie, zonder een duidelijk doel. Die wellicht niet eens behoedzame, maar wel zekere beweging, weloverwogen naar het ongewisse, een afdaling naar het onbekende koppelt BumÅ¡teinas aan een visioen van een gamelanorkest dat letterlijk van een trap valt.
Focus en gebrek daaraan spelen voortdurend door het volledige, vijftig minuten lange stuk. Bij vlagen lijkt het wel een sonische flipperkast, waar harde pinnen de schalen doen twinkelen, terwijl andere vlakken omfloerst lijken door fluweel en dof of gedempt resonanties smoren. De spanning ligt niet in enige erotische sensatie van naaktheid, maar in de bijna Cage-achtige, schier toevallige opeenvolging van klateringen. Voorspelbaarheid wordt afgebroken, structuur raakt ontrafeld en waar het oor mee geconfronteerd wordt, zijn percussieve nanoscherfjes die als fruitvliegjes rond een kaarsvlam flakkerend oplichten en lijken uit te doven. De ene zwalkende boventoon hint direct naar de volgende, duikt onder grommende vibraties in het substraat van laag golvende noten en tikt fel en ferm als belletjes. Meditatief is anders, maar aan deze wolk vol odes aan Cage, Boulez, Xenakis en Stockhausen valt niemand zich een buil. Sven Schlijper
via Kindamuzik