“Five Years on Cold Asphalt” reviewed by Rif Raf

Five Years on Cold Asphalt
Au départ du projet QUARZ, on trouve Alexandr Vatagin, musicien autrichien actif dans les projets Tupolez et Port-Royal. Aujourd’hui rejoint par Nicolas Bernier, Stefan Németh (alias M. Radian et M. Lokai), sans compter les autres compagnons d’aventure, notre homme dévoile au long des 34 minutes de ‘Five Years On Cold Asphalt’une très belle unité de vues, en dépit du nombre élevé d’intervenants – sept au total. Une seule plage durant, aux contours jazztronica à l’écart de toute monotonie, les divagations de Quarz s’imprègnent d’éléments free improv à la viennoise – on songe plus d’une fois à Kapital Band 1 ou Radian – mariés dans un continuum réfléchi et paradoxalement sensuel. Merci qui ? Le label Crónica bien sûr. Fabrice Vanoverberg

“Five Years on Cold Asphalt” reviewed by Neural

Five Years on Cold Asphalt
His debut album on Crónica Electronica, a Portuguese label well known to the lovers of the experimental scene, Five Years On Cold Asphalt is the beginning of the solo career of Alexandr Vatagin, aka Quarz, already famous for his collaborations with Valeot and Liska Records, and for his commitment to the Tupolev ensemble and Port Royal. The Viennese artist realizes refined scans, blending field recordings and drones, electronics and electroacoustics, microtones and pulsing audio emergencies, creating passages that are always mellow and mysterious, involving and animated by passion. Vatagin’s mixes seem to combine many different stylistic approaches: as a result, he makes possible a coexistence between free improvisation and abstract jazz influences, the digital contributions of Alexandre Schubert and Nicolas Bernier, Martin Siewert, Stefan Nemeth and David Schweighart’s guitar, synth and samples and Bernhard Breuer’s drums. We are presented with a very personal cosmogony, filled with textures that are full of life and supported by a complex musical plot. As if by magic, passages with no apparent shape gradually find their own way. The record leaves a strong impression on the listener for a number of reasons, including the sensitivity and the linear progression of the harmonic characters and the alternation and mutual transformation of opposing elements. Due to this meeting, something coherent and complete comes to life, underpinned by the creation of elegant, reactive and changeable synthonies.

via Neural

“Never So Alone” reviewed by Kindamuzik

Never So Alone
Daar zit je dan, gestrand in Lissabon omdat met dank aan de uitbarsting van vulkaan Eyjafjallajökull geen vliegverkeer mogelijk is. Wat dan? Componist Simon Whethem ging niet bij de pakken neerzitten en pakte zijn (richt)microfoons op. Hij maakte wandelingen door de stad en nam de urbane geluiden op, plus die van het omliggende platteland. Het maken van veldopnamen doe je best en graag alleen; daarom al is de titel positief bedoeld.

Luisteren door een hoofdtelefoon terwijl je één bent met je omgeving op het moment dat je de opnamen maakt, zorgt tegelijk voor een zekere mate van onthechting van de plek zelf. Je neemt alle geluid op (letterlijk) en bent er zelfs onderdeel van, maar ook afgesloten van de verder hoorbare buitenwereld. Alleen al aan het begin dus ligt er een zekere reductie en abstractie van de realiteit besloten in het werken met veldopnamen. Zonder dat ogenschijnlijke schisma of dilemma echter kom je thuis met weinig bruikbare opnamen, wat die abstrahering dus weer inherent essentieel maakt.

Whethem ziet Never So Alone als een nieuw begin na een periode van emotionele turbulentie. In het lange werk over zeven nummers weet hij kalm mysterie en verfijnde intrige te spinnen rond vaak bijzonder ijle geluiden. Die kun je soms terugbrengen tot een natuurlijke oorsprong, maar vaker lijken contactmicrofoons ongehoorde stedelijke resonanties te hebben opgepikt. In Whethams handen wordt het rumoer van een metropool teruggebracht tot een zenachtige bries over een weiland en vice versa. Zo vangt hij Urbi et Orbi in een wolk van omgevingsgeluiden die langs de lijnen van Jim Haynes, Mendel Kaelen of Chris Watson een zegenrijke zalvende uitwerking heeft; delicaat basaal en monumentaal ruimtelijk. Sven Schlijper

via Kindamuzik

Futurónica 85

futurónica_085
Episode 85 of Futurónica, a broadcast in Rádio Manobras (91.5 MHz in Porto, 18h30) and Rádio Zero (21h GMT, repeating on Tuesday at 01h) airs tomorrow, April 5th.

The playlist of Futurónica 85 is:

  1. The Beautiful Schizophonic, Forever (2012, Belkiss, Dynamophone Records)
  2. Coeval, Gray Yellow Memory (2010, Distante 3, CONV)
  3. The Beautiful Schizophonic, Maladies (2012, Belkiss, Dynamophone Records)
  4. The Beautiful Schizophonic, Horizon (2012, Belkiss, Dynamophone Records)
  5. Duane Pitre, Feel Free Installation (2012, Eleh / Duane Pitre, Important Records)
  6. The Beautiful Schizophonic, Belkiss (2012, Belkiss, Dynamophone Records)
  7. Mem1 + Stephen Vitiello, Electrinocellia (2011, Age of Insects, Dragon’s Eye)

You can follow Rádio Zero’s broadcasts at radiozero.pt/ouvir.

“Queendom Maybe Rise” reviewed by Kindamuzik

Queendom Maybe Rise
Langzaam, heel langzaam en bedachtzaam verandert de klankwolk van vorm. Elektronische geluiden, galm, echo en natuurlijke klanken zwermen om elkaar heen als gassen in een beperkte ruimte. Voor je er erg in hebt, doe je geen enkele poging meer te bedenken waar de oorsprong van wat je hoort zou kunnen liggen. De bubble van Queendom Maybe Rise is tegelijk fragiel en massief; ruimtelijk en benauw(en)d.

Geluidkunstenaar Marc Behrens werkt veelal zowel cerebraal als fysiek. Dat is op zijn eerste release op het Portugese label Crónica niet anders. In twee composities slaat hij zodoende een brug tussen het abstracte elektronische minimalisme van Raster-Noton en de maar al te vaak zeer tastbare realiteit die gekend is van bijvoorbeeld Francisco López. Waar Behrens bovendien met voorzichtig verschuivende drones en bewerkt stemgeluid componeert, verschijnen Holly Herndon en AGF op de radar.

Het lange Maybe Rise blijkt een gelukzalig huwelijk tussen utopische harmonie en symbolistisch hyperrealisme; een musique-concrète-collage opgebouwd uit veldopnamess uit regenwouden en de outback in Australië. Queendom is veel korter en meer etherisch, bijna bovennatuurlijk van aard. Zeer toepasselijk, aangezien het werd geschreven voor de inauguratieceremonie van het consulaat van het Koninkrijk van Elgaland-Vargaland; een fictieve staat die tegelijk maar al te werkelijk is (compleet met paspoorten, koningen, volkslied en grondwet). Zo is het ook met Queendom Maybe Rise; een geluidkunstwerk in twee delen dat zijn wezen in klank objectief presenteert als én-én: lichaam en hoofd, fictie en realiteit, vrijheid en beklemming, natuur en artefact. De subjectieve beleving daarvan beroert bovendien menige snaar ten diepste. Sven Schlijper

via Kindamuzik

“Queendom Maybe Rise” reviewed by Monsieur Délire

Queendom Maybe Rise
Très beau disque de Marc Behrens, magicien de l’art sonore. Deux pièces au programme: la longue “Maybe Rise” qui combine des enregistrements de terrain pour promener l’auditeur à travers des paysages sonores hyperréalistes, et “Queendom”, plus courte, composée uniquement d’échantillons de la voix de la vocaliste Yôko Higashi. Deux univers complètement différents, mais qui se complètent très bien et offrent une écoute captivante.

via Monsieur Délire